Lentewei

Kroos in de sloot

Bootje in de sloot

Kuikens in de sloot

Kuikens in de boot

 

Kuikens kwaken luid

Willen er weer uit

Met een grote duik

Hup het bootje uit

 

Kroos groen als gras

Fijn dat het lente was…

 

Hmm, het rijmt niet helemaal goed, maar dat maakt Egel niet uit. Blij zingend loopt ze door het frisgroene weiland. Het gras is bezaaid met paardenbloemen, madeliefjes en kleine gele sterretjes. Ze plukt een madeliefje en steekt hem op een van haar stekels.

Afgelopen maanden heeft Egel opgerold onder een grote berg dorre bladeren liggen slapen. Nu schijnt de zon. Alles heeft een frisse net-wakker-kleur.

De hemel is helderblauw. Egel blijft staan en snuift eens goed. Allemaal groene lente geuren.

Ze ruikt nog eens.

Hee, ze ruikt ook iets anders.

Iets dat ze nog nooit geroken heeft, maar dat wel heel uitnodigend is.

Al snuffelend loopt ze verder.

Ineens denkt ze aan niets anders meer dan aan die wonderlijke, zoete geur.

De lucht wordt steeds sterker.

Plotseling blijft ze staan.

 

Wat is dit nu?

Midden in het grasland staat een heel groot ding.

Onzeker loopt Egel er omheen.

Het lijkt wel op een ei. Maar het is veel groter, het ruikt heel anders en bovendien zitten er allemaal vrolijke kleurtjes op.

Plotseling hoort ze boven zich een stem: ‘Je hebt een paasei gevonden, Egel! En nog wel een heel mooi paasei!’

Verbaasd kijkt Egel om. Achter haar staat Koe. Koe glimlacht vrolijk.

‘Probeer maar eens of je de kleurenschil eraf kan peuteren Egel, er zit een verrassing in het ei.’

Aarzelend steekt Egel haar pootje uit. Het lijkt bijna jammer om die mooie kleurenlaag te beschadigen.

Maar nu ze zo dichtbij het ei staat gaat het wel steeds lekkerder ruiken.

Ze vindt een los randje en trekt er heel voorzichtig aan.

Er zit iets bruins onder en plotseling gaat het nog veel lekkerder geuren.

‘Probeer maar eens of je een hapje kan nemen’, moedigt Koe haar aan.

Verbaasd kijkt Egel weer om. ‘Kan dat? Kan je dit eten?’

‘Natuurlijk! Het is toch een ei?’

Egels kleine tongetje verwarmt het bruine ei en dan lukt het haar om een klein hapje te nemen.

 

‘Ooooh. Dit is lekker!

Hoe weet je dit allemaal Koe?’

‘Ach, je hoort weleens wat in de stal’, antwoordt Koe.

‘Denk je dat ik ook een heel klein hapje zou kunnen proeven?’

‘Natuurlijk!’ Snel trekt Egel meer van de kleurenschil van het ei af en heel voorzichtig steekt Koe haar grote tong uit.

Egel breekt een stuk van het ei af en Koe straalt wanneer ze de smaak van het ei op haar tong proeft.

‘Wauw Egel! Dit is echt lekker!

Kunnen we samen delen denk je?’

En dat doen ze.

Koe zit naast Egel en om de beurt nemen ze een hapje. Ze doen er lekker lang over. Laten de smaak smelten op hun tong.

Wanneer het laatste stukje ei verdwenen is kijken ze een beetje dromerig voor zich uit.

Wat een prachtige lentegroene dag.